Connie Bletz
'Mejuffrou' Constance Henriette Arendina Bletz werd op 7 februari 1947 als eerste vrouwelijke notaris opgenomen in de Broederschap van Notarissen in Nederland. Zij was op dat moment al twintig jaar kandidaat-notaris. Aan Bletz' benoeming in Amsterdam ging een lange en verhitte discussie vooraf.
Tot 1956 waren getrouwde vrouwen namelijk bij wet handelingsonbekwaam, tenzij hun echtgenoot hen een volmacht gaf tot het sluiten van zakelijke overeenkomsten. Die volmacht kon hij op elk gewenst moment weer intrekken en bood dus geen stabiele basis voor een zelfstandige carrière. Daarbij bepaalde de Notariswet nadrukkelijk dat vrouwen niet konden optreden als getuige bij het tekenen van een akte. Volgens invloedrijk notaris Philip Bernard Libourel (1878-1954), destijds voorzitter van de Broederschap, impliceerde die bepaling dat een vrouw ook geen notaris kon worden. Hij vond dat ‘speciaal voor het notariaat, de man meer geschikt is dan de vrouw.’
Lang niet iedereen in notariële kringen deelde Libourels mening. Tegen het einde van Libourels voorzitterschap – in 1946 om precies te zijn - stelde toenmalig minister van Justitie Hans Kolfschoten het notarisambt open voor vrouwen. Bletz greep de kans als langdurig en fervent voorvechtster van vrouwenemancipatie direct met beide handen aan.
‘Ik acht dit in het belang voor de vrouwenbeweging in Nederland in het algemeen en voor de vele vrouwelijke kandidaat-notarissen die nu ook de kans hebben benoemd te worden.’
(Connie Bletz in dagblad De Tijd, 12 februari 1947)
Helaas overleed Connie Bletz nog geen half jaar na haar benoeming aan de gevolgen van kanker. Ze wist ten tijde van haar benoeming al dat ze ongeneeslijk ziek was. In de korte tijd die haar restte, kreeg haar benoeming een betekenis die tot ver na haar dood zou doorwerken.
Driekwart eeuw later laat de vrouwenemancipatie in het notariaat een gemengd beeld zien. Van de kandidaat-notarissen en toegevoegd notarissen is ruim 70 procent vrouw. Van 2007 tot 2010 was Erna Kortlang de eerste vrouwelijke voorzitter van de KNB. Na enkele mannelijke opvolgers namen Annerie Ploumen (2021-2024) en Barbara van Kampen (2024-heden) als tweede en derde vrouw die rol op zich. Maar kijken we naar de groep notarissen, dan draait het beeld om; daar is 75 procent nog altijd man. Het blijft daarom zaak de belofte van Bletz’ doorbraak ook in de top van het notariaat te vervullen.
